groeien

Groeien in de kennis van Christus

Geschreven door Jan Mol in

Leestijd: 4 minuten

Het belang van Paulus’ vermaning in de volle kennis van Gods wil te blijven en daarin te ontwikkelen blijkt uit zes van zijn brieven. In de brieven aan de Efeziërs, Filippenzen en Colossenzen en zijn pastorale brieven aan Timoteüs, Filemon en Titus weerlegt hij de esoterische leer van het gnosticisme (dit betreft speciale kennis in een mysterie; vergelijkbaar met het huidige New Age denken). De apostel Petrus bespreekt dit denken ook in zijn brieven: “genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus onze Here” (2 Petrus 1:2).

Paulus wil dat alle gelovigen om ‘volledig-kennen’ (‘epignosis’) wat Gods wil is en wat het betekent voor de gelovige in Christus is in tegenstelling tot het gnostische kennen (gnosis) van intellectuele of speciale kennis. In al deze gevallen voegt hij het voorvoegsel ‘epi’ toe met vermelding van een volledige en grondige kennis in het toegankelijke mysterie van het evangelie van Jezus Christus geopend voor een ieder die door het geloof in Jezus Christus door de Heilige Geest.

Paulus’ zorgen om de groei tot de ‘volle-kennis’ van Christus is voor vandaag niet minder relevant en heeft ernstige gevolgen voor ons als wij geconfronteerd worden met vergelijkbare uitdagingen op het gebied van het onderwijs, de wetenschap, psychologische, filosofische en sociologische disciplines en een toenemende invloed van sekten. De religieuze New Age bewegingen en andere Oost-pantheïstische godsdiensten zijn vooral gericht op het streven om in contact te komen met de bovennatuurlijke wereld. Het toepassen van deze esoterische kennis om voor ons geestelijke groei te produceren is net zo gevaarlijk en misleidend voor de gemeente van nu als het was voor de gemeente in Paulus’ dagen.

De Grieken gaven (het verkrijgen van) kennis een belangrijke plaats in hun samenleving, zelfs zodanig dat het verkrijgen ervan een doel op zich werd. Kennis (‘gnosis’) was de sleutel tot het binnengaan van de geestelijke wereld om daardoor net als Jezus Christus van grote geestelijke betekenis te worden. Hij was hun tot een voorbeeld en een voorloper tot steeds hogere geestelijke sferen. Door middel van dit speciale inzicht en kennis van de gnostici, zouden zij kunnen opklimmen in de hogere regionen van de mystiek en zelfs recht in de verheven positie van de goden. Speciale kennis – in plaats van geloof – was het middel van de gnostici om hun spirituele doelen te bereiken. Kennis was superieur in tegenstelling tot het geloof van Jezus Christus en leidde tot menselijke methoden, oplossingen en legalisme. Deze natuurlijk verkregen kennis is krachteloos in de geestelijke strijd tegen demonische tegenstand, misleiding en de grootste valkuil van allen: trots!
Deze seculiere of natuurlijke aanpak tot het verkrijgen van kennis is volstrekt vreemd aan de Bijbelse manier manier, maar haar werkwijze wordt gevonden in veel christelijke kerken van vandaag. Zij zijn niet gericht op een nieuwtestamentische benadering van het verkrijgen van kennis door de waarheid van:

  1. Het Woord van God;
  2. De Geest van de Waarheid en
  3. De auteur van de Waarheid: Jezus Christus.

Een groot deel van de prediking en de onderwijs- en begeleidingsprogramma’s in kerken plaatsen hun nadruk op de intellectuele capaciteiten van de mens om Jezus te begrijpen en om hun problemen op te lossen. Bijbelse of geestelijke kennis is niet rechtstreeks betrokken bij informatie, maar in een relatie. Geestelijke kennis is een onthulling die voortvloeit uit de gemeenschap met Jezus Christus. Het is een openbaring of verlichting stroomt naar ons vanuit Gods Geest (zie 1 Korintiërs 2:9-10). Het is een resultaat van onze geest en de vermogens van onze ziel om te komen in aanbidding en gemeenschap met onze Heer Jezus Christus.

Zoals Paulus’ en ook Petrus’ vermaningen van belang zijn voor het voortbestaan van de vroege kerk, bid ik dat deze tekstverwijzingen tot ons zijn als springplank voor het inzicht dat nodig is voor het overwinnende christelijk leven dat vandaag hard nodig is.

* Het woord ‘wil’ is (Gr.) ‘thelema’ en staat voor de gewenste wil van God voor elke gelovige.

Schrift verwijzingen naar de volle kennis (epignosis):

“opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen” (Efeziërs 1:17).

“En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid “ (Filippenzen 1:9).

“Daarom houden ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God” (Kolossenzen 1:9-10).

“opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen, Christus” (Kolossenzen 2:2).

“en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper” (Kolossenzen 3:10).

“die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen” (1 Timoteüs 2:4).

“Paulus, een dienstknecht van God, een apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen Gods en de erkentenis van de waarheid, die naar de godsvrucht is” (Titus 1:1).

“Want ik getuig van hen, dat zij ijver voor God bezitten, maar zonder verstand” (Romeinen 10:2).

“Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonden meer over” (Hebreeën 10:26).

“genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus onze Here” (2 Petrus 1:2; zie ook 2 Petrus 1:4-7).

“Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus” (2 Petrus 1:8).

“met zachtmoedigheid de dwarsdrijvers bestraffende. Het kon zijn, dat God hun gaf zich tot erkentenis der waarheid te keren” (2 Timoteüs 2:25).

“die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis der waarheid te kunnen komen” (2 Timoteüs 3:7).

“Want indien zij, aan de bezoedelingen der wereld ontvloden door de erkentenis van de Here en Heiland Jezus Christus, toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, dan is hun laatste toestand erger dan de eerste” (2 Petrus 2:20).

Lees ook: Het ABC van de Overwinnaars en Hindernissen tot een overwinnend leven.

Deel dit artikel: