corinthe

Leren van de problematiek in de gemeente van Korinthe

Geschreven door Jan Mol in

Leestijd: 5 minuten

Openingen voor misleiding en ongeestelijkheid (vleselijk denken en doen)

Satan stelt alles in werking om de gemeente van God te vernietigen. Helemaal nu hij nog slechts een korte tijd heeft te gaan om zijn werk van verdeeldheid uit te voeren. Eén van de meest succesvolle manieren om dit te bewerkstelligen is om samen te werken met de restanten van vleselijk gedrag (Eng.: carnality) in de mens. Dit is de niet vernieuwde, niet onderworpen persoonlijkheid van de wedergeboren christenen (zelfs van diegenen met de doop in de Heilige Geest).

Deze werkwijze zien we goed terug in de gemeente van Korinthe. De apostel Paulus vermaant hen om hun ‘vleselijke gedrag’ te corrigeren (2 Korintiërs 2:11). Hieronder staan een aantal van die “manieren” (Eng.: devices) waarmee hij probeert om “een voordeel op ons te verkrijgen” (2 Korintiërs 2:10). Zie ook de betekenis van de “listige omleidingen” (Gr.: methodeias) in Efeziers 6:11.

De manieren (devices) van misleiding

1. Verzwakken door verdeeldheid

Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in een zelfden zin, en in een zelfde gevoelen. Want mij is van u bekend gemaakt, mijn broeders, door die van het huisgezin van Chloe zijn, dat er twisten onder u zijn (1 Korintiërs 1:10-11).

Er is een Bijbelse wijze om verschillen tussen gelovigen aan te spreken en op te lossen zonder dat dit scheuringen veroorzaakt. Laten wij allereerst onze eigen motieven, ons eigen gedrag en ons eigen spreken over problemen beoordelen, en er zeker van zijn dat wij geen van zijn manieren ondersteunen en de Satan zo een voordeel krijgt in ons leven en in de gemeente.

2. Corruptie door lust

Men hoort ganselijk, dat er hoererij onder u is, en zodanige hoererij, die ook onder de heidenen niet genoemd wordt, alzo dat er een zijns vaders huisvrouw heeft  (1 Korintiërs 5:1).

Moreel onrein gedrag heeft effect op het individu, maar uiteindelijk ook op de hele gemeente. Zorg dat je niet beïnvloedt wordt door ‘de norm van de wereld’ en bepaald immoreel gedrag als ‘algemeen geaccepteerd’ aanvaard. We zien de laatste decennia in Nederland een sterk glijdende schaal op moreel gebied. Blijf de zaken (voor jezelf) benoemen zoals ze zijn volgens Gods standaard en verwerp de standaard van de wereld.

3. Het promoten van onverschilligheid voor discipline

En zijt gij nog opgeblazen (lees: gewichtig voordoen), en hebt niet veel meer leed gedragen, opdat hij uit het midden van u weggedaan worde, die deze daad begaan heeft? (1 Korintiërs 5:2).

De gemeente in Korinthe was onverschillig ten aanzien van het immorele gedrag van sommige gemeenteleden (er was geen juiste respons tot dit gedrag). Onverschilligheid over dit soort zaken kan van zodanige aard worden dat het oordeel van God komt tot die gemeente.

LEES OOK
Mijn nieuwe identiteit in Jezus Christus (1)

4. Verwarring door een gebrek aan beheersing (bij het profeteren)

Wat is het dan, broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft hij een leer, heeft hij een vreemde taal, heeft hij een openbaring, heeft hij een uitlegging; laat alle dingen geschieden tot stichting (1 Korintiërs 14:26). Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen (1 Korintiërs 14:33).

Gods intentie is altijd gericht op het bouwen van structuren in het leven van de gelovigen gebaseerd op Zijn woord. Alle toevoegingen (van de mens of van geestelijke machten) zullen verwarring, vertraging of volledige verhindering veroorzaken. Paulus’ vermaning is niet om te stoppen met profeteren (woorden van opbouw, vermaning en troost), in tegendeel (1 Korintiërs 14:1,3).

5. Verharding en onverzoenlijkheid

Alzo dat gij daarentegen hem liever moet vergeven en vertroosten, opdat de zodanige door al te overvloedige droefheid niet enigszins worde verslonden (2 Korintiërs 2:7) opdat de satan over ons geen voordeel krijge (2 Korintiërs 2:10); Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend (2 Korintiërs 2:11).

Wees er continu van bewust dat Satan zal proberen om je oude natuur (gedrag van je oude leven, de oude mens) te rechtvaardigen door anderen te beschuldigen zodat je jezelf niet hoeft te vernederen voor God (bekeren). Zorg dat je leert om mensen te vergeven (als een daad van de wil) door bewust te zijn dat Christus jou ook heeft vergeven toen je schuldig was.

6. Corruptie door vermengde gemeenschap

Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn (2 Korintiërs 6:14-16).

Het Oudtestamentische Israël was bijna vernietigd door de Baäls. Goddeloze vrouwen werden toegelaten in het kamp van God en vermengden zich met het volk van God waardoor zij bijna vernietigd werden door Zijn toorn.

7. Ongehoorzaamheid; tegenstand tegen de kennis van God

Dewijl wij de overleggingen ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus (2 Korintiërs 10:5).

De natuurlijke (vleselijke) vindingrijkheid van de mens en zijn trots lenen zich bij uitstek voor misleiding door hun intrinsieke bepaaldheid. Alleen in onderwerping aan de Heilige Geest kunnen wij onszelf weren tegen dit soort aanvallen die insteken het niet onderworpen ik en trots.

LEES OOK
Mijn nieuwe identiteit In Jezus Christus (2)

8. Misleiding door valse profeten

Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts. Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van welke het einde zal zijn naar hun werken (2 Korintiërs 11:13-15).

Het onderscheiden van valse profeten of leraren is geen eenvoudige taak. We moeten onze aandacht richten op (1) de onderwerpen die door hen worden uitvergroot en (2) door te onderscheiden in welk gedrag (geest) dit gepresenteerd wordt. Het ontkrachten of juist het teveel benadrukken van bepaalde thema’s (zelfs tot het punt van wetticisme) kan een aanwijzing zijn om te onderzoeken waar deze informatie vandaan komt. Daarbij is het van groot belang wie de glorie (eer) ontvangt… is het Christus of de persoon in kwestie?

9. Onenigheid door de werken van het vlees “te zaaien” (Galaten 5:19-21)

Want ik vrees, dat als ik gekomen zal zijn, ik u niet enigszins zal vinden zodanigen als ik wil, en dat ik van u zal gevonden worden zodanig als gij niet wilt; dat er niet enigszins zijn twisten, nijdigheden, toorn, gekijf, achterklap, oorblazingen, opgeblazenheden, beroerten; Opdat wederom, als ik zal gekomen zijn, mijn God mij niet vernedere bij u, en ik rouw hebbe over velen, die te voren gezondigd hebben, en die zich niet bekeerd zullen hebben van de onreinigheid, en hoererij, en ontuchtigheid, die zij gedaan hebben (2 Korintiërs 12:20-21).

Het vlees is per definitie (altijd) in strijd met de Geest en is het kanaal waardoor geestelijke machten het Lichaam van Christus binnenkomen en hun vernietigende verdelende werk doen onder de gelovigen.

De oplossing van Paulus

De oplossing die Paulus presenteert aan de gemeente in Korinthe is ‘de Nieuwe Mens’:

Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden (2 Korintiërs 5:17).

Wij moeten onszelf zien in de Nieuwe Mens in Christus waardoor (waarin) wij onderworpen zijn aan het Koningschap van Christus (dit wordt herhaaldelijk benadrukt in hoofdstukken 1-3). We zijn in gemeenschap met onze Here, Jezus Christus, (1 Korintiërs 1:9) en het kruis van Christus is het centrum van ons leven (1 Korintiërs 1:18, 2:2; 2 Korintiërs 1:9). Dit betekent dat ons denken en onze emoties (als gevolg van ons vernieuwde denken; Romeinen 12:2) onderworpen zijn aan het offer van Christus (zijn kruisdood) en de kracht van Zijn opstanding (Efeziërs 1:19-20, 3:20).

* De vermaningen van de apostel Paulus aan de gemeente van Korinthe gaan over dezelfde slaven-mindset (codependent gedrag) als de Israëlieten toonden toen zij Egypte hadden verlaten en bevreesd waren om het beloofde land in te gaan. 

Deel dit artikel: