in-bezit-nemen-van-het-land

Tegenstand bij de verovering van Kanaän

Geschreven door Jan Mol in

Leestijd: < 1 minuten

Verhindering tegen onze erfenis in Christus

“Zo gij in uw hart zegt: deze volken zijn meerder dan ik hoe zou ik hen uit de bezetting kunnen verdrijven?” (Deuteronomium 7:17).

Hinderende vijanden

In deze zeven teksten hebben we te maken met verschillende soorten van de werken van het vlees, die gekruisigd moeten worden (Romeinen 6) en andere soorten boze geesten die proberen ingang te verkrijgen om zich op te zetten in het leven van een gelovige door de zwakheid van het vlees (er zijn vijanden in en buiten het beloofde land).

Zeven vijanden die onze erfenis willen blokkeren

1. Hethieten

Dit zijn de afstammelingen van Hath (vrees, terreur), negatief, angstig (Job 3:25) en terughoudend.

2. Girgasieten

Dit zijn mensen die op en in het slijk wonen “het slijk van wereldse en vleselijke gezindheid” (Psalmen 40:2).

3. Amorieten

Hooglanders, bergbewoners, reuzen, hooghartige mensen, ongezeglijk, trots en onafhankelijk (Spreuken 16:10; Lukas 8).

4. Kanaänieten

Hebreeuws voor “neerslachtig”; geloofsdieven, zelf-devaluatie, depressief, veroordelend, minachtend, passief, niet medewerkend (Efeziërs 1:3-8).

5. Ferezieten

Hebreeuws voor “zonder muren”; (dorpen zonder muren) Spreuken 25:28, ongedisciplineerd, geen opgeschort, beschermend denken (1 Petrus 1:13), in gewoonten, behoeften, etc.

6. Hivieten

“Middenlanders” middelmatige Christelijkheid: niet te hoog, niet te laag (Matteüs 24:37-39; Openbaring 3:14-19).

7. Jebusieten

Een “bewandelde” weg. Veel verkeer en zaken (Markus 6:30-32), altijd druk-druk-druk niet veel tijd voor God (Markus 4:4, 15).

Deel dit artikel: